De lakens gaan in de wasmachine, in onze jeans knippen we gaten die we al dan niet dichten met een leuk lapje of een paar grove steken, en op school is het vak handwerken allang van het rooster verdwenen.Dat was vroeger wel anders. Wanneer je je verdiept in ‘vroeger’, het leven van vanaf de 16e eeuw,dan begrijpt iedereen dat de dagen van de meisjes en vrouwen heel anders waren gevuld dan nu.
De lakens van de rijkere dames gingen een paar keer per jaar naar een wasserij, maar hoe zorgden ze er nu voor dat ze hun eigen lakens terugkregen? Door ze van een kenmerk te voorzien, bijvoorbeeld de initialen van mevrouw. Meisjes die graag in dienst wilden bij een mevrouw, leerdendie initialen te borduren op school, dit was het merken van textiel.Zo ontstond vanaf de 16e eeuw een keur aan oefenmateriaal, ‘merklappen’genaamd.
Het is bijna niet meer voor te stellen, maar destijds was textiel erg duur. Dus als er zwakke plekken in de broeken van de werkers zaten, werden die kundig door middel van stoppen of een stofinzet voor afdanken behoed. Gelukkig zijn daar nog voorbeelden van vroeger van bewaard gebleven.
Meer achtergrondinformatie over merklappen, stoplappen en andere borduurlappen, is o.a. te vinden in het boek ‘Over merklappen gesproken’ vanM.G.A. Schipper-van Lottum.